Het hart is een spier die in rust ongeveer 70 maal per minuut samentrekt om het bloed in het lichaam rond te pompen en het geheel van het organisme te voorzien van zuurstof en nutriënten. Elke hartslag ontstaat na een elektrisch signaal afkomstig van een specifiek deel van de rechterhartboezem: de sinusknoop. Deze wordt vervolgens doorgegeven naar de hartboezems die zich samentrekken om de kamers met bloed te vullen. Wanneer de hartboezems zich samentrekken, wordt het elektrisch signaal doorgegeven naar de kamers via de atrioventriculaire knoop, dan naar de bundel van His en de bundeltakken. Dit veroorzaakt vervolgens de samentrekking van de hartkamers die het bloed stuwen naar alle organen (het brein, de spieren, de ingewanden en de longen).
Het normale hartritme is regelmatig en ligt in rust, afhankelijk van persoon tot persoon, tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Het is afhankelijk van de fysieke activiteit, vermindert bij complete rust of tijdens de slaap en neemt toe tijdens lichamelijke inspanning of stress.
Door het nemen van zijn pols, kan men de snelheid en de regelmaat van de hartslag controleren.
Wanneer dient u uw huisarts te contacteren?
- Indien uw polsslag in rust trager is dan 40 slagen per minuut of sneller dan 120 per minuut.
- Indien uw polsslag onregelmatig is: soms snelle en soms trage slagen.
- Indien uw hartkloppingen gepaard gaan met klachten van bijvoorbeeld duizeligheid, ademhalingsmoeilijkheden, pijn in de borst, kortademigheid, flauwvallen, een ongewone vermoeidheid, enz.